Dit is een boeiende tijd als het gaat om het tot stand komen van een nieuwe voorstelling. In de afgelopen maanden zijn bij het vertalen van King Lear allerlei ideetjes in je kop gaan zitten. En bij al die grote en kleine plannetjes komen de inzichten van de vormgevers in combinatie met de mogelijkheden en verrassingen die de spelers in de gemaakte rolverdeling gaan bieden. Met de kop vol ontstaat een strategie om dit boeiende verhaal van Shakespeare te lijf te gaan. Straks bij de repetities wordt het dan weer zaak om de kop er bij te houden. Misschien af en toe eens leeg te maken maar zeker niet kwijt te raken. De kop kwijtraken lijkt wel van toepassing op Lear zelf, die soms liever zijn gestrekt been gebruikt dan zijn hoofd. Het overkomt hem en hij is er bang voor. Zijn kop verliezen is zijn grootste angst. Het is ook niet leuk. Wij kunnen het weten want we zijn hem al een tijdje kwijt. Ons eigen hoofd. Niemand weet waar hij is. Broekema, de eerste regisseur van deze club, heeft hem zelf nog gemaakt. Het gaat dan ook niet over zomaar een kop maar om de ezelskop uit een Midzomernachtdroom. Een levensecht geknutselde kop die jarenlang op onze requisietenzolder heeft gelegen. In de kop zat een systeem met draadjes verwerkt waardoor de acteur tijdens het spelen de oren kon bewegen. Bij elke Midzomernachtdroom werd die ezelskop weer van zolder gehaald om dienst te doen in de voorstelling. Tot een paar jaar geleden. We hebben overal gezocht en gevraagd maar nergens meer die kop. Wie heeft hem? Of wie weet waar hij is? Neem alstublieft contact met ons op. We missen hem. Onder de juiste inzenders verloten we een consumptiemuntje.
Uit: WILLIAM. Voorjaar 2018