Bij het vertalen van Shakespeare gaat er veel van het origineel verloren. Er zijn bekwame vertalers die hun best doen om zo dicht mogelijk bij het origineel in de buurt te blijven. Voor hen is het “origineel “heilig en dat origineel betreft dan de tekst van Shakespeare zoals die ongeveer vierhonderd jaar geleden gedrukt is. Ik doe dat niet. En ik zou dat ook niet kunnen omdat ik niet genoeg weet. Wanneer je heel dicht bij de tekst van het origineel wil blijven moet je heel goed weten waar al die woorden en zinnen van Shakespeare naar verwijzen want bijna geen woord of zin staat op zichzelf. Alles verwijst ergens naar of is een parodie op een bekend gegeven uit zijn tijd. De taal van Shakespeare is al bijzonder, in LLL is het zelfs bijzonder bijzonder. Het is niet alleen het meest berijmde stuk, er zitten ook patronen in waarbij bepaalde karakters veelvuldig dezelfde vervoegingen gebruiken. Hierdoor is het bijna niet te doen om dit stuk in zijn origineel in een andere taal om te zetten. Wellicht is dit de reden dat LLL zelden in ons land wordt gespeeld. Dit stuk met al zijn meer of minder complexe woordenschermutselingen heeft een sterke relatie met de tijd waarin het speelde. Het verwijst naar personen, gebeurtenissen, verhalen en omgangsvormen die in Shakespeares tijd bekend waren.
Een zekere heer Brill schreef in 1885 bij de vertaling van Burgersdijk over “een spiegel dien Shakespeare aan de pedanterie, de geleerde affectatie, de smakelooze gezwollenheid van zijne dagen voor oogen hield”. ; En wat weten we nog van de dagen van Shakespeare? Af en toe ontstaan er nieuwe inzichten, maar een wederhoor is niet meer mogelijk en Shakespeares tijd wordt steeds langer geleden. Wanneer je vandaag de dag buiten Engeland Shakespeare speelt voor een niet Engelstalig publiek zal de tekst moeten verwijzen naar bekende personen en gebeurtenissen in deze tijd. En hoever mag je daar in gaan? Of hoe ver moet je daar in gaan? Misschien moet je in de letterlijke tekst wel heel ver bij hem vandaan gaan om in betekenis ietsje dichterbij te kunnen komen? Daardoor hang je bij het vertalen voortdurend in een spagaat tussen de gedrukte tekst van vierhonderd jaar geleden en wat bij het hedendaagse publiek bekend is. Loek Zonneveld zei er in 2003, na een bezoek aan ons theater het volgende over. ‘Bij het vernederlandsen van Shakespeare hou je op zijn hoogst twintig procent van de kracht uit het origineel over, bij de komedies waarschijnlijk maar tien (niks is vergankelijker dan verbale humor) Shakespeare vertalen is twee talen met elkaar laten vrijen en zien waar het zaad valt.’
Het was weer een aangename vrijpartij.