HOUTEN BALLEN
Bij het maken van onze voorstellingen zoeken we altijd naar de mogelijkheid om de afstand tussen spelers en publiek, letterlijk en figuurlijk, zo klein mogelijk te maken. Daarom hebben we twee jaar geleden de speelvloer verplaatst naar het midden van de zaal. Met het publiek aan beide kanten van het toneel, werd de gemiddelde afstand van zitplaats naar toneel namelijk gehalveerd. Het plan was om deze opstelling drie jaar lang, als experiment, vast te houden. De eerste keer werd deze nieuwe opstelling gebruikt bij ‘’Lang leve de Liefde’’ in 2014. Ik herinner me nog de eerste buitenrepetitie op het toneel. We zochten naar een manier van spelen om zoveel mogelijk beide kanten afwisselend of tegelijk aan te spreken. Van pure onwennigheid liepen de meesten rondjes op het toneel. We ontdekten al vrij snel dat het helemaal niet erg was om niet altijd iedereen in het gezicht te kunnen kijken. Het werd er op onderdelen zelfs spannender van om iemand op de rug te moeten volgen. En er waren spelers die met hun rug meer te vertellen hadden dan anderen met hun gezicht. Een voorwaarde was wel dat je als kijker nooit het gevoel mocht krijgen dat je er niet bij hoorde. Dat wat op het toneel gebeurt niet voor jou bestemd was. Of het moet juist bewust de bedoeling zijn. Bijvoorbeeld bij de poppenkastscène uit Lang leve de Liefde waarbij de ene helft van het publiek iets anders te zien kreeg dan de andere helft. Opvallend was overigens wel dat bij navraag men van beide kanten dikwijls opmerkte dat ze bij de voorstelling gelukkig ‘’aan de goeie kant’’ hadden gezeten! Het afgelopen jaar met Romeo en Julia zijn we nog een stap verder gegaan door boven het toneel een tweede verdieping te bouwen. Waar we het jaar ervóór aan begonnen waren konden we nu op twee niveaus voortzetten. Ook bij deze opstelling bleek het mogelijk om als publiek nauw betrokken te raken bij de voorstelling. In combinatie met de opkomsten door de zaal merkte iemand zelfs op dat hij omsingeld werd door het verhaal. Wat wil je nog meer? Inmiddels hebben we er voor gekozen om deze toneelopstelling een meer permanent karakter te geven. Onder de houten toneelvloer komt een kelder zodat we ook verticaal meer mogelijkheden krijgen.. De komende jaren zullen we de inrichting van de zaal stapje voor stapje verder hierop aan gaan passen. Alle zaalvoorzieningen (licht, geluid, toegangen) waren aangelegd voor een vierdewandtoneel en niet voor een opstelling die op het eerste gezicht beter past bij een tenniswedstrijd. Ook al werd die sport in de tijd van Shakespeare ook al beoefend. In Hamlet heeft Polonius het erover en in Henry V wordt een kist met tennisballen bezorgt. In die tijd waren die waarschijnlijk van eikenhout.
Uit: WILLIAM nr 7 voorjaar 2016