Regisseurs zijn een raar fenomeen. Honderd jaar geleden bestonden ze niet eens . Toneel was simpel, je had een groep acteurs en die bedachten met elkaar hoe ze iets gingen spelen.
B: “Als jij nou zo doet en daar vandaan komt, dan ga ik hier staan en kijk ik de andere kant op”.
A: “Ja leuk”.
B: “Oh, ja?“
A: “Misschien kan iemand daar even kijken hoe het er van die kant uit ziet als wij dat doen?”
C: “Zal ik dat even doen?”.
En zo ontstond de rol van regisseur. In het begin vaak een acteur die geblesseerd of slecht bij stem was. Of gewoon niet goed genoeg . Maar later werd het steeds meer iemand die goed was in het kijken en dat bovendien op een aangename manier uit kon leggen aan de andere spelers. En dan het liefst zonder daarbij iemand op de tenen te staan of anderszins te kwetsen. Dat laatste is in mijn praktijk nog steeds belangrijk. Je moet op iemand kritiek kunnen geven op zo’n manier dat het voelt alsof hij een compliment krijgt. “Het is ongelofelijk mooi hoe jij met je speer achter die boom staat. Maar je moet er niet meer achter vandaan komen”. –
Everything before the but is bullshit- De ene keer moet je een speler vertellen wat hij niet moet doen. Wat dat betreft kun je een goeie acteur vergelijken met een goeie EHBO’er. Die weten vooral heel goed wat ze niet moeten doen. Een andere keer moet je vertellen wat iemand juist wel moet doen. Spelers kunnen soms iets net niet doen. Ze willen dan eigenlijk impulsief handelen, maar besluiten op het allerlaatste moment dat toch maar niet te doen. Jammer. Een goede regisseur ziet dat en neemt daar geen genoegen mee. Maar kijk uit, het is niet zo eenvoudig als het lijkt. Op het laatste moment besluiten iets niet te doen is namelijk ook een impuls. En juist de meeste impulsen zijn het mooist om te zien. Acteren is precies het tegenovergestelde van een drukke weg oversteken. Je moet vooral niet eerst links en rechts kijken en in geval van twijfel meteen doen. Nooit naar huis bellen dat je er aan komt, maar meteen binnenstormen.
Dat is acteren. De belangrijkste tip voor een regisseur kreeg ik lang geleden van een oude rot in het vak. Hij waarschuwde me dat je nooit iets voor moet doen. Alleen slechte regisseurs doen spelers iets voor. En bij groepen nooit voorbeelden noemen. Ooit was hij namelijk gevraagd om als regisseur bij de generale repetitie van een onbekende operette vereniging te komen kijken. Na afloop gaf hij de groep het advies om bij de opkomst van het koor (zestig man sterk) niet allemaal gearmd en op dezelfde manier het toneel op te lopen. Het zou veel mooier zijn, wanneer iedereen verschillend op zou komen lopen. De een had bijvoorbeeld haast, een ander was boos of verliefd en iemand had een steentje in de schoen. De volgende dag was ’s avonds de première. De zaal zat vol. Het orkest begon te spelen, het doek ging open. Het koor kwam het toneel op lopen en veertig mensen hadden een steentje in hun schoen.